(2) Bepaling van bandbreedte en bandsnelheid
Voor stukgoed transport en voor bulkgoed transport
Twee transporteurs, één voor stukgoed met vlakke
rolondersteuning
en één voor bulktransport in drie-delige-trogvorm.
Bepaling van bandbreedte en bandsnelheid
Hier moeten we meteen al een onderscheid maken tussen
het transport van stukgoed en dat van los gestort materiaal (bulkgoed
transport)
Tabel 1. Theoretische transport capaciteiten van banden bij stukgoed
transport, in t/h
Bij stukgoedtransport is de bandondersteuning meestal
vlak en bestaat òf uit een vlakke rolondersteuning òf
uit een glijplaat-ondersteuning.
De bandbreedte wordt in dit geval bepaald door de maximale breedte van
het te transporteren product, dat kisten, dozen of zakken kan zijn,
maar bijvoorbeeld ook machinedelen, bakkerijproducten ol deuren.
De bandbreedte wordt in het algemeen 100 mm breder genomen dan de maximale
breedte van het product.
De bandsnelheid is door de aard van de stukgoederen meestal kleiner
dan 1 m/s. De transportcapaciteit per uur volgt uit het aantal stukgoederen
en hun gewichten, dat per uur vervoerd wordt. Het is gebruikelijk bij
stukgoed de gewichten per m1 band op te geven.
In tabel 1 staat het verband in de belading per m1 band en de capaciteit
in tonnen per uur (t/h) aangegeven.
Taludhoek vlakkeband troghoek band in V-trog en band in 3-delige
trog
Voor bulkgoedtransport hebben we de theoretische
transport capaciteiten aangegeven in tabel 2.
De tabel geldt voor horizontaal transport, bij een talud-hoek van 15°
en zowel voor vlakke als trogvormige banden.
De V-vormige trog (die tot max. 650 mm bandbreedte wordt toegepast)
heeft vrijwel dezelfde transportcapaciteit als de driedelige trog met
de overeenkomstige bandbreedte.
Tabel 4. Verhouding stukgrootte/bandbreedte.
In tabel 4 staat het verband aangegeven tussen de stukgrootte
van het te transporteren materiaal en de bandbreedte.
In het algemeen kan gesteld worden dat hoe grover het materiaal is hoe
groter de bandbreedte moet zijn.
De stukgrootte, in combinatie met andere eigenschappen
van het materiaal, is tevens bepalend voor de maximum snelheid waarmee
getransporteerd kan worden en voor de hoek waaronder het materiaal opgevoerd
kan worden.
vindt ze in tabel 3. Daarin is ook het stortgewicht van het materiaal
(dat we straks bij berekeningen nodig hebben) aangegeven. Wenk:
Het stortgewicht is beslist iets anders dan het soortelijk gewicht!!
Het kan in de praktijk het eenvoudigst worden gevonden door het gewicht
van een emmervol van het materiaal te delen door het gewicht van een
emmer vol water (natuurlijk wel dezelfde emmer gebruiken en uiteraard
het gewicht van de emmer zelf aftrekken)
Wenk: De maximale opvoerhoek van een ongeprofileerde
band is praktisch gelijk aan de natuurlijke taludhoek van het materiaal.
Loopt de transportband onder een bepaalde hoek, dan is de transportcapaciteit
kleiner dan wanneer de band horizontaal loopt. De 'horizontale' transport
capaciteit (zoals in tabel 2 aangegeven) moet dan met een factor k worden
vermenigvuldigd. k is afhankelijk van de hellingshoek (meestal opvoerhoek):
Formule 1: Q = Qm x k
In deze formule is Q de transport capaciteit van de hellende band, en Qm
de transport capaciteit van dezelfde band horizontaal, beide in m³/h.
Enkele waarden van k vindt u in tabel 5.
Chevron-25 opvoertransportband t.b.v. betoncentrale. Bandondersteuning d.m.v. drie-delige trogstellen, troghoek 25°
In deze formule is Q de transportcapaciteit van de hellende
band, en Qm de transportcapaciteit van dezelfde band horizontaal, beide
in m³/h. Enkele waarden van k vindt u in tabel 5. Wenk: Als u onder
een nog grotere opvoerhoek wilt opvoeren als in tabel 3 is aangegeven,
dan is het noodzakelijk de band van een extreem grote profilering of
van meenemers te voorzien. Vraag onze technici advies over het juiste
type meenemers. Uiteraard verschilt de werkelijke transportcapaciteit
van de theoretische capaciteit. Zo speelt bijvoorbeeld de wijze van
belading een rol. Houden we rekening met de wijze van belading dan vinden
we - in plaats van de theoretische volumecapaciteit Q, die we hiervoor
hebben berekend - de gewichtscapaciteit Qt (in tonnen per uur-t/h) door
Q te vermenigvuldigen met het in tabel 3 opgenomen stortgewicht, dus:
Formule 2: Qt = Q x s
Om verder te rekenen is het nodig een onderscheid te maken tussen banden
die door rollen worden ondersteund en die door een glijplaat worden ondersteund.